LATIJNSE NAMEN
Achillea millefolium
Achillea ptarmica
Aconitum vulparia
Agrimonia eupatoria
Ajuga reptans
Alchemilla xanthoclora
Allium carinatum
Allium ramosum
Allium scorodoprasum
Alium vineale
Allium ursinum
Althea officinalis
Anchusa officinalis
Anemone nemorosa
Anemone ranunculoides
Angelica archangelica
Anthemis tinctoria
Anthericum liliago
Anthyllis vulneraria
Aquilegia vulgaris
Arabis hirsuta ssp. sagittata
Aristolochia clematitis
Armeria maritima
Armoracia rusticana
Wilde bertram •
Wilde cichorei •
Wilde hyacinth
Wilde kievitisbloem
Wilde marjolein •
Wilde peen •
Wilde reseda •
Wilde wingerd
Wit vetkruid •
Witte dovenetel
Witte engbloem
Witte klaverzuring
Wolfskers
Wolfspoot
Wondklaver •
Wouw •
Zaagblad
Zacht vetkruid
Zandblauwtje •
Zeepkruid
Zeevenkel •
Zulte of zeeaster •
Zwart blauwe rapunzel
Zwarte lathyrus
Zwarte toorts •
Zwartmoeskervel •
Smeerwortel
Spinaziezuring •
Speenkruid
Steenanjer •
Stengel omvattend havikskruid •
Stijve steenraket
Stinkend nieskruid
Stinkende ballote
Stinkende gouwe
Strandbiet •
Tongvaren
Tripmadam •
Valse salie •
Veldhondstong •
Veldlathyrus
Veldsalie •
Venkelkruid •
Vijfdelig kaasjeskruid •
Vlasbekje •
Voorjaarsganzerik
Voorjaarslathyrus
Wede
Weide geelster
Weidehavikskruid •
Weidekerveltorkruid (aardkastanje) •
Wild kattenkruid •
Wilde akelei